
Wijzigingen belastingaangifte over 2016
- Posted by Houweling accountants
- On februari 15, 2017
Nederlanders kunnen weer vanaf 1 maart tot 1 mei aangifte inkomstenbelasting doen over het voorgaande jaar. Particulieren die er in die periode toch niet aan toe komen, kunnen tot 1 mei uitstel aanvragen. De fiscus kan dan uitstel verlenen tot 1 september.
Nederlanders die het hele jaar in het buitenland hebben gewoond, krijgen tot 1 juli de tijd om aangifte te doen.
Algemeen
De belastingtarieven in box1 (werk en woning) zijn in 2016 aangepast. Voor de eerste schijf (tot en met 19.922 euro) is het belastingtarief licht gestegen van 36,5 procent naar 36,55 procent. In de tweede en derde schijf zijn de tarieven juist verlaagd van 42 procent naar 40,4 procent. Voor de hoogste schijf is het tarief nog altijd 52 procent. Maar dit wordt pas geheven over het deel van het inkomen boven 66.422 euro. In 2015 gold het hogere tarief al vanaf een inkomen van 57.586 euro.
Iedereen met een inkomen van meer dan 19.922 euro krijgt over belastingjaar 2016 minder korting op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen dan in het jaar ervoor. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de algemene heffingskorting uitvalt. De groep met een inkomen vanaf 66.417 euro, krijgt geen algemene heffingskorting. Lagere inkomens krijgen juist meer korting. Voor 2016 is dit maximaal 2.242 euro. In 2015 was dit nog 2.203 euro. Voor gepensioneerden gelden lagere bedragen.
Daarnaast krijgen mensen met een laag inkomen en een fiscale partner een lagere algemene heffingskorting uitbetaald. De algemene heffingskorting voor de minstverdienende partner is in 2016 namelijk verder afgebouwd naar maximaal 1.047 euro. Dit was een jaar eerder maximaal 1.175 euro. Dit voordeel bestaat alleen voor mensen die na 31 december 1962 zijn geboren.
Werkenden
De maximale arbeidskorting valt in 2016 juist hoger uit. Het gaat om maximaal 3.103 euro, tegen 2.220 euro in 2015. Vanaf een inkomen van 34.015 euro wordt de arbeidskorting lager. Bij een inkomen vanaf 111.590 euro is er geen korting.
Ook verandert er iets bij het belasten van bijzondere beloningen zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkeringen. Tot 2016 mochten werkgevers voor het berekenen van de loonheffing zowel de tabel voor regulier loon als de tabel voor bijzondere beloningen gebruiken. Vanaf 2016 is alleen nog de tabel bijzondere beloningen toegestaan. Ook houdt deze tabel er meer rekening mee dat de arbeidskorting inkomensafhankelijk is. Hierdoor is de kans kleiner dat werknemers bij de aanslag inkomstenbelasting over 2016 moeten bijbetalen of grote bedragen terugkrijgen.
Verder kunnen oudere werknemers pas op een hogere leeftijd een werkbonus krijgen. Werkenden die begin vorig jaar 62 jaar of ouder waren, kunnen voor deze heffingskorting in aanmerking komen. In 2015 gold dit nog voor werknemers van minstens 61 jaar. De werkbonus is per 1 januari 2015 vervallen en elk jaar schuift de grens een jaar op, zodat er geen nieuwe gevallen meer bij komen. In 2018 zal dit voordeel volledig afgeschaft zijn.
Voor werknemers die hun nieuwe auto van de zaak privé gebruiken, is de bijtelling aangepast. Wagens die per kilometer 50 gram CO2 of minder uitstoten, worden voortaan met 15 procent van de cataloguswaarde belast in plaats van met 7 procent. Voor auto’s die meer dan 50 gram en meer dan 106 gram CO2 uitstoten, gelden respectievelijk tarieven van 21 en 25 procent. Voorheen bestonden er voor een uitstoot boven 50 gram nog drie categorieën met tarieven van 14, 20 en 25 procent.
Ouders
Ouders kunnen bij de belastingaangifte over 2016 voor het laatst de waarde van de kinderalimentatie opgeven als een schuld in box 3 (sparen en beleggen). Het gaat om de waarde van toekomstige verplichtingen voor het levensonderhoud van hun kinderen. Hierdoor valt het vermogen van de ouders lager uit en betalen zij mogelijk minder belasting over hun vermogen.
En de maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting is in 2016 hoger. Dit is een korting voor werkende ouders met kinderen van onder de twaalf jaar. De korting is maximaal 2.769 euro. In het voorgaande jaar was 2.152 euro het maximum.
Studenten
Vanaf het studiejaar 2015/2016 is het voor studenten met recht op studiefinanciering niet meer mogelijk om studiekosten van het inkomen af te trekken. Het gaat dan om kosten voor onder meer boeken, collegegeld en leermiddelen. Voor studenten die geen recht op studiefinanciering hebben, blijven de studiekosten onder voorwaarden aftrekbaar.
Ouderen
De ouderentoeslag is in 2016 vervallen. Dit was een extra verhoging van het heffingsvrij vermogen. Ouderen hoefden eerder over een groter deel van hun vermogen geen belasting te betalen. Maar inmiddels worden zij op dezelfde manier behandeld als mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Voor 2016 betekent dit dat 24.437 euro van hun vermogen is vrijgesteld van belasting. De afschaffing kan ook gevolgen hebben gehad voor de toeslagen die zij in 2016 hebben ontvangen.
Ook de tijdelijke heffingskorting voor vroeggepensioneerden is komen te vervallen. Mensen die deze heffingskorting in 2015 ontvingen, betalen over belastingjaar 2016 maximaal 61 euro meer belasting.
Spaarders
Per 2016 is de vrijstelling voor de spaarloonregeling vervallen. Spaarders die begin vorig jaar nog een geblokkeerd spaartegoed hadden dat onder de spaarloonregeling valt, moeten dit opgeven bij hun bezittingen in box 3 (sparen en beleggen). Voorheen gold er nog een vrijstelling voor bedragen tot ruim 17.000 euro.
Ook de vrijstelling voor banksparen voor uitvaartkosten is vorig jaar vervallen. Staatssecretaris Eric Wiebes (Financiën) concludeerde dat banken geen mogelijkheid boden om te banksparen voor uitvaartkosten, omdat er vanwege het beperkte fiscale voordeel maar weinig vraag naar was. De vrijstelling voor uitvaartverzekeringen bestaat nog wel.
Het heffingsvrij vermogen voor 2016 is verhoogd naar 24.437 euro. Over dit deel van het vermogen hoeft geen belasting betaald te worden. Voor fiscale partners geldt het dubbele bedrag. In het voorgaande jaar was nog 21.330 euro van belasting vrijgesteld.
Woningbezitters
Woningbezitters kunnen over 2016 minder hypotheekrenteaftrek krijgen. De aftrek in de hoogste belastingschijf gaat tot 2041 jaarlijks omlaag. Voor belastingjaar 2016 betekent dit dat een huizenbezitter in de hoogste belastingschijf hypotheekrente mag aftrekken tegen het tarief van 50,5 procent. Het gaat dan om het belastbare inkomen vanaf 66.422 euro.
Particulieren die een lening voor een eigen woning hebben afgesloten bij een familielid, een bv of buitenlandse bank, moeten die voortaan opgeven bij de aangifte inkomstenbelasting. Voorheen moesten deze gegevens nog via een apart formulier worden doorgeven.
Er is ook iets veranderd voor werknemers die bij hun werkgever een personeelslening hebben afgesloten. Wie zo’n lening heeft, betaalt daarover een rente die lager is dan de marktrente. Vanaf 2016 moeten ze belasting betalen over het voordeel dat zij hierdoor hebben. Het voordeel wordt bij het loon opgeteld en dus meegenomen in de loonbelasting. Als de personeelslening voor een eigen woning is bedoeld, dan is het bedrag dat bij het loon wordt opgeteld aftrekbaar.
Verder wordt het eigenwoningforfait voor woningen van meer dan 1.050.000 euro anders berekend. Woningbezitters moeten het eigenwoningforfait bij hun inkomen optellen. In 2015 ging het nog om een bedrag van 7.875 euro plus 2,05 procent van de waarde boven 1.050.000 euro. Voor het belastingjaar 2016 wordt gerekend met een percentage van 2,35 procent.
En consumenten die in 2016 van hun ouders een schenking hebben gekregen voor het kopen van een woning of het aflossen van hun hypotheek, komen mogelijk in aanmerking voor een vrijstelling van de schenkbelasting. Dit geldt voor kinderen van tussen de achttien en veertig jaar die dit bedrag voor 31 december 2016 daar ook daadwerkelijk aan besteed hebben. Als de schenking was bedoeld voor het onderhouden of verbeteren van een woning, dan moet dit bedrag voor 31 december 2018 ingezet worden. Wie aan de voorwaarden voldoet, hoeft over een gift van 53.016 euro geen schenkbelasting te betalen. Dit moet voor 1 maart 2017 via het formulier Aangifte schenkbelasting 2016 doorgegeven worden. Dit staat dus los van de aangifte inkomstenbelasting.
Patiënten
Patiënten die op voorschrift van een arts of diëtist een dieet van de dieetlijst volgen, mogen een vast bedrag aan dieetkosten aftrekken. Voor twee diëten bedoeld voor mensen met metabole ziekten zijn de bedragen aangepast. Verder zijn er drie diëten voor patiënten met maag-, darm- en leverziekten en twee voor patiënten met metabole ziekten aan de lijst toegevoegd. Ook is er een aantal diëten van de lijst verdwenen en zijn er diëten samengevoegd.
Nederlanders in Duitsland
Verder is er in 2016 een nieuw belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland ingegaan. Dit verdrag bepaalt in welk land Nederlanders belasting moeten betalen als zij bijvoorbeeld in Nederland werken en in Duitsland wonen. Nederlanders in Duitsland die een pensioen, lijfrente of een socialeverzekeringsuitkering uit Nederland ontvangen, betalen hierover voortaan in Duitsland belasting. Nederlanders die in Duitsland werken en in Nederland wonen, moeten vanaf 2016 belasting over hun loon in Nederland betalen.
Mensen die financieel nadeel ondervinden van het nieuwe belastingverdrag kunnen voor belastingjaar 2016 nog gebruikmaken van het overgangsrecht. Dan worden de afspraken uit het oude verdrag nog één keer toegepast. Vanaf 2017 gelden altijd de afspraken uit het nieuwe verdrag.
Ook is er een compensatieregeling voor in Duitsland werkende Nederlanders die aftrekposten hebben zoals de hypotheekrente. Omdat zij in Duitsland belasting over hun inkomen betalen, kunnen ze niet in Nederland een teruggaaf ontvangen. Om hiervoor gecompenseerd te worden, kunnen ze de regeling via de belastingaangifte aanvragen.